Dag 20 Oef, de resultaten van de toets zijn terug en ik heb het bedroevend slecht gemaakt.
Daar is wel een reden voor, maar dat klinkt als een slap smoesje. Ik kan maar beter zorgen dat ik die van deze week heel goed ga leren. Dat moet ook mogelijk zijn, want het programma van vandaag en morgen is korter dan normaal.
We behandelen vandaag de accusatief, de derde naamval. Doodeenvoudig volgens de docente. Als je antwoord op de vragen komu, czemu, kiemu, jakiej of jakim kan geven heb je te maken met de derde naamval. Dat is wel heel erg uit Pools gezichtspunt gedacht, want van onze groep weten alleen de Tsjechische en de Oekraïners wanneer je deze vragen kunt stellen. Gelukkig is het aantal werkwoorden dat de derde naamval bij zich heeft niet zo heel groot, maar als we allemaal de vraag komu ufasz?(= wie vertrouw je?), moeten beantwoorden, trekt iedereen vragende gezichten.
We kunnen allemaal de vraag beantwoorden zonder dat we weten wat ufać is. Het valt de docente niet op en ze gaat stevig door. Na een wat cartoons, die ons wegwijs moeten maken in het idioom van bruiloften en partijen, moeten we ons verdiepen in wensen. Dat is voor de meesten bekend terrein en verloopt dan ook zonder enige discussie. Het roept bij mij wel herinneringen op. Toen ik voor het eerst naar een Pools feest ging, moesten we bij de ingang het feestvarken wszystkiego najlepszego toewensen en dat werd dan op film vastgelegd. Alleen kon ik dat toen nog helemaal niet uitspreken, zodat de cameraman het me keer op keer over liet doen. Dat voelde niet echt goed. Het middagprogramma bestaat uit taalkundige bordspelletjes.
Omdat we vandaag vroeg vrij zijn, besluit ik eens ergens anders te gaan eten dan in de mensa. Tegenover de universiteitsbieb zijn diverse veganistische tentjes en daar loop ik naar toe. Het bordje dat buitenstaat en geweldige humus belooft, lonkt naar mij. Er staat echter een fikse rij voor de toonbank, dus ik besluit door te lopen naar het leuke vega-terrasje tegenover de universiteitspoort. Vegan-restaurants genoeg in Warschau, ook in de wijken waar geen toeristen komen. Ze hebben allemaal dezelfde velgroene kleur meubels en kussens. Dat doet een franchise formule vermoeden. Zelfs in het grote Arkadia zit ingeklemd tussen KFC en een andere hamburgerketen een veganistische afhaalbalie. Vegan als fastfood. Het idee moet bij mij even landen. In ieder geval hebben de vegan restaurants de vegetarische restaurants verdrongen. Polen is van huis uit niet vegetarisch (behalve tijdens Wigilia en op Goede Vrijdag), maar gooit met veel pierogis zonder vlees hoge ogen. Voor het gemak wordt vis niet als vlees gezien. Dat scheelt ook als je je als restaurant vegetarisch wilt noemen.
Eenmaal aangekomen bij het bedoelde terrasje regent het, dus ik ga binnen zitten. Als ik me geïnstalleerd heb, merk ik dat er hier geen humus op het menu staan, maar pasta's en burgers en diverse wijnen. Ik bestel een kant en klare lunch en laat me verrassen. Het wordt een tomatensoep, een vegaburger met salade en aardappeltjes plus een glas lemonada. De vegaburger verkruimelt zodra ik er naar wijs en smaakt ook naar kruimels. Wat de burger aan smaak mist, wordt meer dan goed gemaakt door de heerlijk gekruide aardappelen. De soep en de salade zijn ook prima. Als ik verder naar de ingrediënten op het menu kijk dan denk ik dat men met tomaten en spinazie toch wel op de grenslijn van het veganistische zit. Voor de humus zal ik vanavond nog een keer de deur uit moeten, maar gezien de hoeveelheid groen gekleurde restaurants hoef ik daar echt geen kwartier voor te lopen.