Dag 28 – Zomercursus Pools in Polen – Losse draadjes
Mijn overbuurman op de gang heeft zijn koffers al gepakt en is naar huis. Vandaag hebben we in de groep afscheid genomen van Nikola uit Macedonië. Hij stapt morgen op de bus naar huis. Ook is een groot deel van de vrouwen uit Wit-Rusland al huiswaarts. Daarom heeft de administratie van Polonicum in al haar wijsheid besloten de eindtoets een week naar voren te schuiven. Help, 'k ben er nog niet klaar voor. Maar wat maakt het uit. Is het niet veel belangrijker, wanneer ik in de bus naast een oudere dame zit en haar aanwijzingen, waar ik beslist moet gaan eten of een kijkje moet nemen, begrijp? Of als ik de meneer op de tramhalte, die de tram mist en nu te laat komt voor het bezoek uur, gerust kan stellen? Daarom hecht ik minder aan testen. Mijn leerlingen vertel ik altijd dat ik liever heb dat ze de stof zeven dagen achtereen doorlezen, dan wanneer ze op de avond voor een toets gaan zitten stampen. En ik toets ook niet extreem veel.
Neem nou Polonicum. We krijgen hier, mede dankzij het lange weekend amper vier weken les en daar gaan dan vier ochtenden van verloren aan toetsen en even zoveel tijd aan enquêtes invullen. Dat vind ik zonde. In het uur voorafgaand aan de toets wordt met behulp van spelletjes de stof herhaald. Iedereen, die weet, hoe het korte termijngeheugen werkt, weet dat dit geen positief effect oplevert. Wat het wel oplevert is een soort collectieve paniek, want er zit nieuwe stof in deze zogenaamde herhaling: Wanneer volgt op het voorzetsel po de vierde naamval en wanneer de zesde? (antwoord: de zesde, indien po de betekenis heeft van nadat. )
De toets bestaat uit luisteren, lezen, schrijven en grammatica. Grammatica????? Dat hoort niet thuis in een ERK-test. Dat hoort spreken en gesprekken te zijn. Je moet een doel bereiken en grammatica is de fiets of de auto waarmee je naar het doel toe rijdt. De fiets noch de auto hoeven onderweg aan een APK-test te worden onderworpen, om even bij de metafoor te blijven. Ook de weging is niet 25% per vaardigheid. Uiteindelijk haal ik 43 van de 100 punten. Ook al hecht ik niet al te veel belang aan testen, mijn eergevoel had meer dan 55% wel leuk gevonden, maar dat is alleen weggelegd voor mensen met een Slavische achtergrond. Wat ik wel heb geleerd, is dat de voorzetsels mijn zwakke punt zijn. Ik koppel ze regelmatig aan de verkeerde naamval en verbuig vervolgens de woorden die erdoor geregeerd worden verkeerd.
Vanochtend hebben we in het verlengde op de voorwaardelijke zinnen constructies met jeśli to bekeken. We kregen allerlei stellingen voorgelegd en moeten daarop reageren. De rest van de tijd gaat op aan het nakijken van het huiswerk -Oh foei, 'k heb het verkeerde gemaakt - en het invullen van een enquête. Dat kan natuurlijk prima via de mail, maar zo verzekeren ze zichzelf van een hoge response. In de pauze trek ik op met Martha, een Braziliaanse, die in Groningen studeert en daarna bij haar Poolse vriendje in Sopot wil gaan wonen. Ze spreekt op een leuke manier Nederlands en verstaan gaat probleemloos.
Daarna heb ik tussenuren. Ik neem de bus naar het postermuseum. Als ik even niet oplet, rijd ik de halte voorbij, waar ik moest overstappen, maar uiteindelijk kom ik in Wilanow aan. Of dit nu een voorstad van Warschau is, of een dorp weet ik niet, maar er hangt een dorpse sfeer. In het postermuseum kan ik alleen terecht in de expositieruimte. Het hoofdgebouw is wegens verbouwing tot september gesloten. Jammer, de expositie (over de rechten van de vrouw) smaakt naar meer.